Zoogdieren zijn warmbloedige dieren die hun jongen voeden met melk. En ze hebben bijna allemaal haar. In de Oudorperhout komen verschillende soorten voor.
Mollen die zich verraden door de molshopen die ze op jacht naar wormen omhoog duwen. Allerlei soorten muizen. En inmiddels is er (in 2020) een vos gesignaleerd.
Een prachtig zoogdier is de haas. Een dappere overlever. Geen hol, gewoon een kuiltje in de grond. In weer en wind, regen en sneeuw, ook de jongen. Die vertrouwen op hun schutkleur als ze op moeder moeten wachten voor de volgende portie melk. Hazen blijven zitten als je er aan komt: fantastisch om mee te maken.
Excursies
De veermuisexcursies gegeven door Dirk Barendregt zijn zeer de moeite waard om eens mee te maken.
Dwergvleermuis
In het gebied van de Oudorperhout komen tenminste 7 soorten vleermuizen voor. De gewone dwergvleermuis vinden we hier het meeste. Als je ’s avonds wat ziet fladderen en het is geen vogel dan is het deze vleer. Ze zijn klein, ze wegen ongeveer 10 gram. Het voedsel bestaat uit insecten zoals muggen, schietmotten, eendagsvliegen en gaasvliegen. Dwergvleermuizen kennen een vaste eet-route. ‘Zomers slapen ze in spouwen en achter beschot, ’s winters winterslapen ze in gebouwen, die vorstvrij moeten zijn.
De ruige dwergvleermuis is wat groter en overwintert in bijvoorbeeld stapels houtblokken en in boomspleten.
Laatvlieger
De laatvlieger is een stuk groter dan een dwergvleermuis; hebben een fors postuur met een dikke lichtbruine buik. Deze vleermuis eet de wat grotere insecten zoals kevers, uiltjes en andere nachtvlinders. Hun verblijfplaats is in schuurtjes, huizen en andere gebouwen. In boomholtes vind je ze niet.
Rosse vleermuis
De eerste vleermuis die zich ’s avonds laat horen, vaak voor zonsondergang, is de rosse, vroeger vroegvlieger, genoemd. Even groot als de laatvlieger maar deze vleermuis heeft smallere vleugels. Ze vliegen minder grillig en lijken met hun lange vlucht op gierzwaluwen. gedurende de nacht maken ze drie jachtvluchten. Hun eten bestaat uit wat er voorhanden is, liefst kevers en nachtvlinders. Bomen zijn erg belangrijk voor ze, vooral eiken en beuken. Ze vliegen we l 10 tot 40 meter hoog en behoorlijk snel: tot vijftig kilometer per uur.
Ook komen nog de Grootoorvleermuis, de Meervleermuis en de Watervleermuis voor in de Oudorperhout.
Alle vleermuis foto’s zijn van Paul van Hoof