web analytics

door Rutger Polder

Inleiding

Afgelopen jaar heeft het bestuur van de Stichting Oudorperhout in samenwerking met Stadswerk072 diverse controle- en evaluatierondes gedaan. Hierbij kon vaak worden geconstateerd dat vele hondeneigenaren zich weinig aantrokken van het losloopverbod tijdens de broedtijd, maar ook kwamen we mensen tegen van handhaving en dan gaat het opeens wel goed. De weidevogelspecialisten, de zgn. expertgroep, hadden een ontmoeting met de nieuwe stadsecoloog van de gemeente. Enkele onderwerpen uit de gezamenlijke rondes:

  1. Ook dit jaar zijn weer vele ganzeneieren behandeld. Met een provinciale ontheffing worden eieren gedompeld/geschud in de maanden maart en april. Dit jaar een aantal van 701 (950 vorig jaar) eieren in 133 nesten. Er lijkt een voorzichtige teruggang sinds 2021. (bron: Stadswerk072) De ganzen eten veel jong riet waardoor de rietkragen steeds smaller worden.
  2. De waterhuishouding. Ondanks de zeer natte winter en het vroege voorjaar zijn toch de twee zonnepompen geplaatst en die deden hun werk meestal naar behoren. Storingen werden snel opgelost. Vele vogels hielden zich op bij de natste plekken. Het advies om het opgepompte water wat hoger te houden wordt niet opgevolgd. Opvallend was dat het bufferweiland langs de Munnikenweg nu ook gebruikt werd als broedgebied door Kievit en Grutto.
  3. Net als vorig jaar is ook het beheer door de twee gebruikers van het gebied nog niet op orde. In onze ogen wordt te veel mest verspreid en wordt er weinig gedaan aan het ridderzuring beheer.
  4. De waterkwaliteit kan beter. Er blijft te veel fosfaat aanwezig.
  5. Op de hekwerken is extra gaas geplaatst om honden en katten tegen te houden.
  6. Op de historische boerderijplek langs de Munnikenweg zijn Japanse kersen geplant in plaats van meer passende oude fruitrassen.

Methode van tellen

Alweer voor de 11e keer werden door Hans Schouten, José Tibbe en ondergetekende de inventarisatie van het grootste deel van de Oudorperhout uitgevoerd. Volgens het Broedvogel Monitoring Project Alle soorten (BMP-A) van Sovon, waarvan de definitie luidt: “Inventarisatie van alle aanwezige soorten in een telgebied van 10 tot 250 ha. Het wordt minstens 7 (vogelarm gebied) tot 12 maal (zeer vogelrijk gebied) volledig afgewerkt, meestal omstreeks zonsopgang en minstens eenmaal ’s nachts.Met een tussenpoos van 10-14 dagen.

We zijn gestart op 6 maart, met de focus op de ganzen, en de laatste ronde was op 24 juni, later dan vorig jaar omdat de meeste weidevogels ook vrij laat begonnen. De avondtelling op 2 mei leverde alleen 3 Roodborsten en 8 Merels op. Een nachtelijke telling op 24 juni scoorde nog Bosrietzanger en Roerdomp en enkele jagende katten. In totaal zijn er 10 rondes gelopen, waarvan 2 in de avond en nacht.

De waarnemingen zijn ingevoerd en geüpload met het programma Avimap op de mobiele telefoon en tablet. De gegevens zijn verwerkt via de BMP-autoclustering op de SOVON-website. De meeste rondes zijn met twee personen gedaan.

Resultaten algemeen

In 2024 waren er 287 territoria en 54 soorten. In 2023 zijn 56 soorten geteld met 350 territoria.

Ook in 2024 zagen we tijdens de rondes weer soorten als Grote zilverreiger, Watersnip, Wintertaling, Lepelaar, Oeverloper en, op 24 juni, 4 Kemphanen. In april was er enige tijd een Kolgans aanwezig. De Cetti’s Zanger van vorig jaar was dit jaar niet te horen. Het leucistische Waterhoen was er ook nog steeds. Blauwe Reigers lopen er altijd wel rond. Twee paar Kleine Mantelmeeuw maakten het gebied onveilig in de broedperiode zonder er te broeden.

Resultaten water- en rietvogels

De rietvogels hadden wisselende resultaten. De Knobbelzwaan had net buiten het gebied een nest maar ook in de Oudorperhout was een territorium zonder nest. Het aantal ganzen is met 89 territoria nog steeds veel voor het gebied: Grauwe Ganzen vormen de hoofdmoot met 81 territoria, daarna volgen Nijlganzen (5) en Soepganzen (3),. Daarnaast waren er ook nog regelmatig Brandganzen, Kleine Canadese Ganzen en hun bastaarden aanwezig.

De Kokmeeuwen gaven het snel op dit jaar. Vanaf 6 mei waren er steeds maar enkele aanwezig. Te weinig voor een territorium. Twee paren Stormmeeuwen kwamen opnieuw tot broeden waarvan zeker een in een knotwilg en een op het dak van de lagere school. Ook Nijlganzen vonden knotbomen een aantrekkelijke broedplek.

De Visdieven zijn mogelijk verhuisd naar het dak van Van der Meij College aan de andere kant van de Hoornse Vaart.

Alle eenden leken wat te moeten inboeten behalve de Tafeleend. Ook Waterhoentjes en Meerkoeten waren er in lagere aantallen. De Rietgors was weer terug met twee paar, Rietzanger had er ook twee, maar leverde er een in, en de Kleine Karekiet was stabiel met 13 territoria. Gelukkig waren er ook weer twee meesterlijk zingende Bosrietzangers en was er een Roerdomp die zich af en toe liet horen. Er is in 2024 wederom een territorium van Waterral vastgesteld.

Hieronder alle resultaten van de afgelopen jaren.

Water- en rietvogels201415161718192021222324
Fuut13221433244
Knobbelzwaan11101100011
Grauwe Gans3519644258751161169010081
Soepgans00344275733
Canadese Gans10000000000
Brandgans00002000000
Nijlgans33335656455
Bergeend01121111011
Krakeend74767681111148
Wilde Eend6411131013101010109
Soepeend00243223332
Kuifeend5586425108117
Tafeleend00001121222
Waterral01001211001
Waterhoen45661179991411
Meerkoet111161311141014141814
Kokmeeuw001941126038100
Stormmeeuw01500001122
Visdief00111111010
Blauwborst20200220000
Kleine Karekiet149141515181813171313
Rietgors12222333312
Rietzanger22562332332
Bosrietzanger01021240012
Roerdomp00000000011

Resultaten Bos- en struweelvogels

Het relatief kleine stukje bos en een klein stukje struweel leverden weer 22 soorten op. We vonden dit jaar geen Fitis, Groenling en Braamsluiper, maar kregen Groene Specht, IJsvogel en Staartmees weer terug.

De holenbroeders doen het goed met een Grote Bonte Specht, 4 Boomkruipers, 6 Koolmezen en zes Pimpelmezen. De Groene Specht zou ook in een Elzen-windsingel hebben kunnen broeden. De Merel lijkt een langzame trend naar beneden te hebben. De Grasmus verdubbelde: een individu zong regelmatig vanuit een grote pol Ridderzuring in het weidevogeldeel. Een broedende Sperwer had minimaal vier jongen.

Bos- en struweelvogels201415161718192021222324
Houtduif7467101087877
Koekoek00101111121
IJsvogel00110111001
Grote Bonte Specht00211221111
Groene Specht00001100001
Winterkoning66121311101213131314
Heggenmus11458675232
Roodborst21152564234
Merel861191513111113109
Zanglijster01433313231
Braamsluiper00121121110
Tuinfluiter11000000000
Zwartkop425561168568
Tjiftjaf33554765767
Fitis01203200010
Staartmees11111211101
Pimpelmees33565678976
Koolmees768810979866
Boomkruiper21212323134
Gaai20111201111
Ekster22224443454
Zwarte Kraai21122221122
Groenling00024462120
Vink01211120211
Sperwer00000000111
Grasmus00000000112

Soorten van erven en bebouwing

Dit jaar geen Huismussen, Ringmussen en geen Spreeuw. Kauwen hadden een territorium bij de school. De Putter had maar een territorium. Halsbandparkieten waren regelmatig in beeld maar vooral overvliegend. Mogelijk was er een territorium in het bosgedeelte. De Boerenzwaluwen konden worden herleid naar de stal van boer Groot. De Huiszwaluwen hadden minimaal een nest in de nok van een huis aan de Molenkade en even verderop aan de Friese weg. Helaas net buiten het telgebied. De Holenduiven hadden een nest in molen E.

Een Fazant had weer een territorium ingenomen en was vaak roepend te vinden in het grote weiland achter de skatebaan.

Soorten van erven en bebouwing201415161718192021222324
Fazant01100000001
Kauw72665321012
Spreeuw11101110010
Huismus54421210010
Halsbandparkiet00001100001
Putter10011232131
Boerenzwaluw00000221232
Ringmus00000000100
Holenduif01111121111
Turkse Tortel10212121111

Weide- en Hooiland soorten

Vanaf het begin was het sprokkelen met de weidevogels. De vele regen en koude leidde tot lage broedcijfers in overeenstemming met de landelijke broedresultaten. Kieviten waren wel stabiel met 16 paar, maar we zagen bijna geen jongen groot worden. De Scholeksters hadden wel wat meer succes. Tureluurs waren laat en lieten zich weinig horen of zien. Er zijn twee juveniele dieren gezien.

Onze nationale broedvogel de Grutto lijkt het heel zwaar te krijgen. Er konden toch vijf territoria worden geteld. Op 24 juni was er nog een alarmerend exemplaar. Mogelijk is er een juveniel vliegvlug geworden. Caesar Weenink, een jong lid van de vogelwerkgroep, maakte tijdens een excursie een mooie foto van parende Grutto’s.

De Slobeenden zakten wat in met vier territoria. Er is ook een vrouw met jongen waargenomen. Witte Kwikstaart had een territorium.

Tijdens de avondtelling zagen we drie katten. Mede via een warmtebeeldcamera. Al met al een zorgelijke ontwikkeling die misschien alleen tot staan gebracht kan worden door een optimalisering van het gebied middels een hogere waterstand tijdens het broedseizoen en een beter hooilandbeheer zonder verstoringen. Misschien ook beter voor de nog steeds roepende Rugstreeppadden in het gebied.

Weide/hooilandsoorten201415161718192021222324
Scholekster33342433333
Kievit913161512131622161716
Grutto101012111211117575
Tureluur43244332242
Gele Kwikstaart00101002010
Witte Kwikstaart00111121111
Slobeend54357665564

Rutger Polder, 1815jk232@hetnet.nl


Deel dit: