Een vrij algemeen voorkomende soort in de Oudorperhout is het harig wilgenroosje. Deze zomerbloeier herken je al snel aan de donkerroze kleur. Het wilgenroosje heeft grote viertallige bloemen met vierlobbige, roomwitte stempels. Zoals alle planten uit de Teunisbloemfamilie hebben ze een ondergrondse wortelstok. Je kunt dit goed zien op vochtige open plekken zoals rivieroevers, randen van rietbestanden, sloten en moerassen aan het feit dat ze een weelderige groei kennen, waarbinnen dan geen andere plantensoorten een plekje kunnen vinden. |

Aan de trossen verschijnen schotelvormige bloemen. Daaruit ontstaan twee lange donzige doosvruchtjes die openbuigen en dan veel lichte harige zaden vrijgeven. Ze zijn licht en dragen een soort valscherm van haren waardoor de wind ze makkelijk meeneemt.
De smalle bladeren zijn ongesteeld, en stengelomvattend, en ook de lange afstaande beharing op zowel de stengels als bladeren is opvallend.
