door Willem Jan Braakman
Vaak wanneer je iets hoort over insecten dan gaat het over insecten waar wij niet zo veel van houden. Denk dan aan de steekmug of de zogenaamde limonadewespen. Veel insecten vinden we eng of vies. De dagvlinders kunnen we vaak wel weer waarderen, al hebben houders van moestuinen vaak weer last van de koolwitjes. Insecten zijn klein en vaak ’s nachts actief. Overdag zie je de meeste insecten niet. Dat is waarschijnlijk de reden dat we eigenlijk nog maar heel weinig weten over insecten. Jammer is het daarom dat het aantal insecten in Nederland sterk aan het afnemen is.
Een van de oorzaken is de stikstof neerslag vanuit de lucht. In de polder kunnen we heel mooi zien welke invloed de stikstof heeft. Wanneer je over het Wiekenpad loopt vanaf het bruggetje bij de Wieken richting de Munnikenweg of je loopt over het Oudorperhoutpad tussen de Oliemolen en de Stellingmolen dan zie naast het pad bijna alleen maar brandnetels. Brandnetels groeien heel snel in stikstofrijke grond en ze overwoekeren dan de andere planten. De urine van de honden die worden uitgelaten bevat veel stikstof. Dat zie je op deze plaatsen en dat is in dit geval niet erg. Er zijn redelijk veel insecten die afhankelijk zijn van brandnetels. Voor al deze insecten is het dus gunstig. Je kunt eigenlijk zeggen dat de brandnetels er voor zorgen dat we meer verschillende soorten insecten in de polder hebben. Voorwaarde is dan wel dat de brandnetels nooit allemaal tegelijk gemaaid mogen worden, anders ben je deze insecten ook weer kwijt. Met het maaibeleid kun je het insectenleven bevorderen of vernietigen.

De brandnetelblindwants. De larven zuigen aan de brandnetel | De netelringpoot zuigt aan de zaden van brandnetels | De groene schildwants leeft op heel veel verschillende planten |
Wanneer je verder de polder in loopt dan zie je veel meer verschillende planten, omdat er minder stikstof in de grond zit. De meeste planten hebben ook insectensoorten die van deze plant afhankelijk zijn om te kunnen voortplanten. Wanneer we nu in gedachten veel stikstof vanuit de lucht laten vallen in de polder dan zullen de brandnetels overal gaan groeien en de orchideeën, pinksterbloemen en veel andere planten zullen verdwijnen. Daarmee verdwijnen ook alle insecten die afhankelijk zijn van deze planten. Het aantal soorten insecten zal dan ook afnemen. Dat probleem heb je bij veel natuurgebieden in Nederland. Het is dan niet de brandnetel die de problemen veroorzaakt, maar onder andere het pijpenstrootje, een grassoort die alles overwoekerd. Het probleem is daar erger, omdat pijpenstrootje voor erg weinig soorten insecten noodzakelijk is om te kunnen overleven.
Al als tiener was ik gefascineerd door insecten. Door mijn werk had ik geen tijd om mij echt te verdiepen in de insecten.
Dankzij het lieveheersbeestjesproject van stichting EIS ben ik mij zo’n 10 jaar geleden gaan verdiepen in lieveheersbeestjes. Nu kan ik de meeste soorten vrij gemakkelijk herkennen. Daarna kwam het wantsenproject. Dat was echt heel lastig, omdat er zo’n 670 soorten wantsen zijn. Inmiddels kan ik er een klein aantal op het oog herkennen.
Voor Staatsbosbeheer in Noord Holland doe ik inventarisaties van deze twee insectengroepen in de verschillende natuurgebieden. Wanneer ik in Drenthe ben doe ik hetzelfde voor het Drentse landschap en het Drents Fries Woud van Staatsbosbeheer.
Tien jaar geleden kende ik maar twee soorten lieveheersbeestjes en alleen maar de groene schildwants. Inmiddels heb ik een beetje kennis van deze insecten. Veel wantsen zijn maar enkele weken per jaar te zien en veel wantsen zijn erg zeldzaam en afhankelijk van slechts één plant. Daarom is het leuk om elk jaar weer nieuwe wantsen te vinden.

Zevenstippelig -lieveheersbeestje | Schaakbord -lieveheersbeestje | Aziatisch lieveheersbeestje | Citroen -lieveheersbeestje |
De meeste lieveheersbeestjes zijn roofinsecten. Deze kevers hebben daarom een sterke kaken. Bladluizen en andere kleine insecten zijn vaak het hoofdvoedsel. Er zijn ook enkele vegetarische lieveheersbeestjes. Wantsen hebben geen kaken, maar een zuigsnuit. Er zijn soorten die aan planten zuigen. De jagers zuigen andere insecten leeg. Enkele wantsen zuigen op zoogdieren. De meeste wantsen leven op het land. De schaatsenrijders zijn wantsen die op het wateroppervlak jagen op andere insecten en de bootsmannetjes zijn wantsen die in het water leven. Zo zie je dat er overal wantsen voorkomen.
Ik ga deze zomer beginnen met het inventariseren van wantsen en lieveheersbeestjes in de polder. U zult mij dus af en toe kunnen tegenkomen met een sleepnet en/of een klopscherm. Wanneer ik langs de paden bezig ben kunt u mij gerust aanspreken, maar wanneer ik in één van de weilanden bezig ben dan liever niet om verstoring zoveel als mogelijk te voorkomen.

Tweedoornsmallijf | Bruine graswants | Langsprietgraswants | Grasbloemwants |